Ik ging géén poes meenemen uit Egypte, en zeker niet op de eerste dag van een verblijf van twee maanden. Dus doopte ik haar Cita (naar de 18e eeuwse citadel in Zuid-Caïro, waar ik haar vond), gaf haar te eten en trok haar met pijn in mijn hart los uit mijn hals, waar ze zich genesteld had. Gelukkig is de status van kat in Egypte een stuk beter dan in Syrië. Maar oh, wat was ze lief...
Over de opgraving, zie UCLA/RUG Project Fayum.
Bij het opgravingshuis in de Fayum zijn geen poezen. Wel een teef met 'n stel überschattige pups. Iemand nog een hondje?
10 november 2008. Nagekomen bericht. De puppies zijn vergiftigd door de kippenboer verderop. Zo schijnt het hier altijd te gaan. Honden zat, en het zijn geen nazaten van de god Bastet. Erger nog, honden zijn haram.
Het goede nieuws is; één hondje is gered. Een kleine zwarte met gevlekte pootjes had besloten dat het bij de mensen veiliger was, en was niet meer weg te slaan uit ons kamp. We doopter haar Kemet, oud-Egyptisch voor 'zwart' en tevens de naam voor Egypte indertijd, vanwege de zwarte (vruchtbare) aarde langs de Nijl. Kemet is in goede handen. Na een reis langs de dierenarts in Caïro en het ijs in Nederland is ze neergestreken bij tante Koosje aan de Côte d'Azur. Toch nog een god(in), in Frankrijk.
Goed dan, en nog wat katten: katten van Caïro
Friday, November 07, 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment